25 februari 2015

Terugblik van een oud raadslid

Heleen Denie
Na bijna een jaar niet meer als raadslid actief te zijn, kijk ik nu met enige afstand op deze twee raadsperiodes terug.
Acht jaar lang maakte ik deel uit van het politieke spelletje dat de gemeente Rheden heet. Zowel in de coalitie als in de oppositie. Een gemeentebestuur dat een gesloten bolwerk vormde waar niet doorheen te komen viel. De heilig verklaarde coalitie waar alles in dienst stond van het overeind houden van de onderlinge betrekkingen. Niet de inhoud van het beleid, maar maatjes blijven met elkaar stond centraal.

De raadsvergadering was meer en meer verworden tot een toneelstuk in veel bedrijven waarvan het slot op voorhand vast stond: vóór de opvoering zijn de rollen verdeeld en de gelederen gesloten. De discussie in de raad was in mijn ogen louter voor de Bühne, de uitkomst van de discussies is op voorhand al niet relevant. De standpunten zijn al dagen tevoren ingenomen.
Verbazing was er bij mij over allerlei merkwaardige gewoontes: de gewoonte dat de avond voor de raadsvergadering vragen van raadsleden werden gewogen door een club van wijze heren (m/v) die keuren of de vraag “actueel en politiek relevant” genoeg is om door te mogen: zo niet, dan is dat jammer. Geen vraag. De criteria zijn vaag. Wil je als raadslid ergens wat van vinden, dat moet je dat tevoren melden, anders krijg je het woord niet. Moeilijker vragen worden per mail beantwoord, zodat het antwoord het grote publiek in elk geval niet bereikt. Lastige kwesties stop je tussen een grote berg andere lastige kwesties, bedolven onder een niet te verstouwen berg informatie, liefst op vrijdagmiddag, de avond van de raadsvergadering of in, dan wel vlak voor de (zomer)vakantie: doorzichtige trucs om eventuele weerstand geen kans te geven te ontkiemen. Antwoord op mijn vragen over ca €1.000.000 armoedegeld dat gewoon op de grote gemeentelijke hoop was geveegd ipv het te gebruiken waar het voor bedoeld was, nl. de armoedebestrijding, heb ik nooit meer gekregen. Uit het systeem gegooid. Van mij hebben ze geen last meer.
D66 was ooit de partij die de ramen en deuren in bestuurlijk Nederland open wilde zetten. Tijdens mijn lidmaatschap van de PvdA ging ik soms vreemd als ik me in de koers van mijn partij niet zo kon vinden. Soms koos ik van Mierlo, soms Jan Terlouw, soms Els Borst. Mensen waarvan ik vond dat ze verfrissend en open in de politiek stonden. Mensen die onafhankelijk durfden denken en verder durfden kijken dan hun partij lang was. Daar herkende ik bij de Rhedense D66 fractie niets meer van: zij nestelden zich behaaglijk op de schoot van de VVD en waren ook niet van plan daar vandaan komen. Tot de VVD verloor, natuurlijk.
En niemand die een kritische kanttekening durfde zetten. Ik heb de Gelderlander gevraagd naar de rol van de pers. De pers ziet zich graag als dé waakhond over de plaatselijke democratie. Er valt geen kritisch woord over wat er in bestuurlijk Rheden gebeurt. Fracties die er toe doen krijgen standaard de dag na een raadsvergadering één regel in de krant, een regel waar niemand zich een buil aan kan vallen. Deze krant heb ik dan ook maar opgezegd.
De verkiezingen van 19 maart deden er eigenlijk helemaal niet toe: elke ingewijde voelde al aankomen dat de zittende coalitie door zou gaan als ze de kans zou krijgen. GroenLinks vergat dat het Groen en Links was en flirtte schaamteloos om erbij te mogen horen om uiteindelijk ook een wethoudersplek te kunnen bemachtigen. Jammer voor die twee andere GroenLinksers die daar anders over dachten en dan ook zonder pardon zijn afgevoerd. De verkiezingen waren een hinderlijke onderbreking waarin men zich even tot het volk moest buigen. De SP had het feestje bijna bedorven, maar gelukkig liep het goed af. Zoals een andere inwoner het formuleerde: ze hieven het glas, deden een plas en alles bleef zoals het was….
En hoe het nu gaat: ik weet het niet, ik volg het niet. Misschien klink ik zuur, en ach, ja, dat is dan maar zo. Maar vanuit de PvdA fractie heb ik weinig signalen gekregen dat er veel is veranderd.
En waarom ik dit schrijf: omdat ik hoop dat ook in deze gemeente ooit de ramen en deuren open zullen gaan. Wat zou het mooi zijn als de politiek zich liet leiden door de vragen en de noden van haar inwoners. Wat zou het mooi zijn als er sprake zou zijn van écht samenwerken van oppositie en coalitie. Wat zou het mooi zijn als deze gemeente de waarden die zij uitdraagt aan ons, burgers, zou opnemen in het eigen DNA. Wat zou het mooi zijn als we dat nog eens mochten meemaken…

Waar ben je naar op zoek?